Paarden hebben een evolutie van meer dan 60 miljoen jaar achter de rug, waarin zij hebben geleerd om – als prooidier – uiterst sensitief te zijn op signalen uit hun omgeving. Criterium is altijd: is het veilig? En daarbij staat de veiligheid van de kudde als geheel op de eerste plaats. Vanuit het perspectief van het kudde- en prooidier kan het gaan om het verschil tussen leven en dood. Vanuit de enorm verfijnde sensitiviteit op hun omgeving reageren zij op balans en onbalans, op congruentie en incongruentie in gedrag (in de kudde betekent incongruent gedrag onmiddellijk gevaar!), op diepe drijfveren, op werkelijke intenties. Zij hebben geen bedoelingen of oordelen, ze zijn volledig aanwezig in het hier-en-nu. En reageren onmiddellijk, zonder aarzelen, op wat zich aandient. Zij voelen feilloos en onmiddellijk of iets ‘klopt’ of niet. Met hun hoge gevoeligheid zijn zij een spiegel voor ons gedrag, onze dieperliggende intenties, onze twijfels en angsten en het potentieel dat ons kan helpen om een volgende stap te zetten.